ZKN toetsingscriteria toetsingsreglement 2020

Kenmerken ZKN (bron: ZKN.nl november 2020)

ZKN staat voor Zelfstandige Klinieken Nederland. Wij behartigen als branchevereniging, sinds 1990, de belangen van onze leden. In 2020 heeft ZKN 128 leden met het ZKN-keurmerk en 8 kandidaat-leden, die samen 420 vestigingen door heel Nederland hebben. Onze leden beschikken allemaal over het ZKN-keurmerk. Dit keurmerk staat voor medische specialistische zorg van hoge kwaliteit, voor persoonlijke aandacht, korte wachttijden, patiëntveiligheid en uitstekende service en nazorg.

Klinieken met een ZKN-keurmerk bieden medisch-specialistische zorg. Van de ZKN-klinieken levert 94% verzekerde zorg. In 2018 werden 910.100 patiënten behandeld in een kliniek en bedroeg de omzet van de verzekerde zorg 819 miljoen.*

Zelfstandige klinieken focussen zich voor het merendeel bewust op één of enkele specialismen. Iedereen binnen de kliniek is met dat specialisme bezig. Dit zorgt er voor dat zij elke dag de beste kwaliteit, de kortste wachttijd en juiste service kunnen bieden.

Patiënten waarderen deze aanpak. Niets voor niets behalen klinieken het hoogste cijfer voor patiënttevredenheid van alle medisch specialistische zorgaanbieders, namelijk een 8,8**.

Enkele belangrijke punten uit deze toetsingscriteria (bron: ZKN)

Wanneer gelden de nieuwe criteria?

Voor ZKN-keurmerkleden en kandidaat-leden gelden de nieuwe criteria in het jaar na de publicatie. Deze versie geldt vanaf de eerste audit in 2021. De leden hebben hiermee minimaal een jaar om aan de nieuwe criteria te voldoen. Leden mogen vanzelfsprekend al eerder aan de nieuwe norm voldoen.

Wanneer gelden de nieuwe criteria voor nieuwe kandidaat-leden?

Vanaf januari 2020 gelden de nieuwe criteria.

 Vaste frequenties voor het uitvoeren van inventarisaties en analyses worden losgelaten en vervangen door de formulering “periodiek” (dit geldt voor criterium 5,6,11). Van het bestuur/de directie van de kliniek wordt verwacht dat ze de gekozen frequentie kan onderbouwen. Bij het vaststellen van de frequentie geldt een ondergrens van 1x per auditcyclus.
Een uitzondering geldt voor kandidaat-leden die voor de eerste keer getoetst worden. Zij worden tijdens de eerste audit wel op boven genoemde normen getoetst.
 Voor het meten van patiëntervaringen heeft de generieke PREM de voorkeur. De kliniek kan ook gebruikmaken van een door de wetenschappelijke vereniging goedgekeurde PREM.
 Van klinieken wordt verwacht dat ze voldoen aan geldende wet- en regelgeving. Wetgeving die al elders getoetst wordt zoals IFMS, de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, systemen voor traceerbaarheid van implantaten en opslag van (gevaarlijke) stoffen, worden niet meer jaarlijks getoetst.
Een uitzondering geldt voor kandidaat-leden die voor de eerste keer getoetst worden. Zij worden wél op deze wetgeving getoetst bij de initiële audit.
Toelichting: Vanaf 2020 onderzoekt de auditor steekproefsgewijs hoe de kliniek gewaarborgd heeft dat ze aan wet- en regelgeving voldoet. Ter ondersteuning houdt ZKN in de portal een lijst bij van relevante wet- en regelgeving voor klinieken. Het College van Deskundigen beoordeelt jaarlijks of er aanleiding is om specifieke wetgeving op te nemen als toetsingscriterium.
Voor de duidelijkheid: onderdelen van wet- en regelgeving in het ZKN-keurmerk n.a.v. afspraken en convenanten die ZKN met andere instanties heeft gemaakt, blijven gehandhaafd in het ZKN-keurmerk.
 De norm voor visitatie is aangepast:
a. Medisch specialisten die uitsluitend werkzaam zijn in de kliniek worden in de kliniek gevisiteerd. De conclusies en aanbevelingen uit het visitatierapport liggen voor de auditor ter inzage tijdens de audit.
b. Medisch specialisten die zowel werkzaam zijn in de kliniek als in een andere instelling voor medisch specialistische zorg kunnen naar keuze op één van beide locaties gevisiteerd worden. Als de visitatie buiten de kliniek heeft plaatsgevonden kan de bestuurder/medisch specialist aantonen dat hij/zij gevisiteerd is.
 Zelfevaluatie: Het zelfevaluatie-instrument is een hulpmiddel voor klinieken om zich voor te bereiden op de audit. Als het instrument door de kliniek is ingevuld kan zij er voor kiezen om het beschikbaar te stellen aan de auditor, maar dat is geen verplichting.

Toetsingscriteria Versie januari 2020

 Cultuurmeting: De cultuurmeting is geen verplichting meer in het keurmerk. Uiteraard blijft de bestuurder verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteits-en veiligheidscultuur binnen de kliniek.
 De regels voor toetsing van nieuwe locaties en specialismen is aangepast. Met ingang van 2020 geldt dat nieuwe locaties en specialismen met ingang van de eerstvolgende audit in 2020 worden toegevoegd aan het auditprogramma.
 De Governance code en self-assessment (SA) maken sinds 2019 deel uit van de Toetsingscriteria. Vanaf 2020 gaan de auditoren als volgt te werk: ze bekijken of het SA aanwezig is en volledig ingevuld, maar vellen er geen inhoudelijk oordeel over. Bij het ontbreken van een geheel of gedeeltelijk ingevuld SA tijdens de audit maken ze hierover een opmerking in het auditrapport. Gedurende de pilotfase leidt het ontbreken van het SA vooralsnog niet tot het (nog) niet-uitgeven van het keurmerk.

Toetsingsmodel

Alle klinieken worden jaarlijks geaudit. Bij de initiële certificering en hercertificering moeten alle locaties getoetst worden. Klinieken kunnen kiezen uit een audit van KIWA of Lloyd’s Register. Alle audits moeten voldoen aan uitgebreide eisen, waaronder een minimale tijd voor de audit en zeer deskundige auditoren. In het ZKN-keurmerk Toetsingsreglement staan alle voorwaarden voor de ZKN-keurmerk toetsing beschreven.